Vanaf 1 september 2023 wordt de Belgische wet voor gerechtelijke reorganisatie aangepast aan een Europese Richtlijn. Die biedt meer opties aan schuldenaren om hun financiële problemen aan te pakken en bedrijfscontinuïteit te waarborgen bij dreigende insolventie.

Het gerechtelijke reorganisatiesysteem wordt verder uitgebreid. Voorheen waren er keuzes zoals het Minnelijk Akkoord, het Collectief Akkoord en de Overdracht onder Gerechtelijk Gezag. In 2021 werd hier het Voorbereidend Akkoord aan toegevoegd. Deze laatste toevoeging, oorspronkelijk tijdelijk, wordt nu permanent gemaakt door de wetswijziging van 2023.

 

Speciale reorganisatieregels voor grote ondernemingen

De eerste belangrijke verandering betreft de reorganisatie via het Collectief Akkoord voor grote ondernemingen. De “cross-class-cram-down” omvat een verplichte indeling van schuldeisers in klassen en een aparte stemprocedure. Als één of meer klassen het herstructureringsplan afkeuren, kan dit onder specifieke voorwaarden terzijde worden geschoven, zodat het plan toch kan worden goedgekeurd en bekrachtigd. 

Het Collectief Akkoord voor grote ondernemingen betrekt de aandeelhouders, waardoor zij actief deelnemen en niet buiten beschouwing blijven. Kleine ondernemingen kunnen dezelfde regels volgen als grote ondernemingen, maar hebben ook de keuze om gebruik te maken van de bestaande Collectief Akkoord gerechtelijke reorganisatie, die niet ingrijpend is gewijzigd.

 

Besloten pre-pack insolventieprocedure

De negatieve associatie met “insolventie” schrikt vaak partijen af, wat waardevermindering van bedrijven veroorzaakt – iets dat men wil voorkomen om schuldeisers te beschermen. De “pre-pack” aanpak maakt een vertrouwelijke voorbereiding van een Minnelijk Akkoord of Gerechtelijk Akkoord mogelijk. Hierbij wordt in stilte een ondersteunende herstructureringsdeskundige aangesteld door de Ondernemingsrechtbank.

Ook wordt een vertrouwelijke voorbereiding van een faillissement geïntroduceerd. De rechtbank kan een  “beoogd curator” en “beoogd rechter-commissaris” aanwijzen wanneer activa of activiteiten geheel of gedeeltelijk via een faillissement kunnen worden overgedragen. Op die manier kan het vereffenen van het bedrijf soepeler verlopen met betere resultaten voor schuldeisers en behoud van werkgelegenheid. 

 

Pro-actievere rol Kamer voor Ondernemingen

Kamer voor ondernemingen in moeilijkheden speelde al een belangrijke proactieve rol bij dreigende insolventie, maar zij kan nu actiever optreden en eerder optreden als bemiddelaar. De schuldenaar kan ook de Kamer voor ondernemingen in moeilijkheden verzoeken om een herstructureringsdeskundige aan te stellen – de Kamer bepaalt de inhoud en de duur van de opdracht.

 

Sterkere betrokkenheid rechter

De nieuwe aanpak betrekt de rechter sterker bij het proces. Dit is vooral merkbaar in de besloten procedures, waarbij een meer gestructureerde opvolging van stille voorbereiding verwacht wordt. 

Bovendien zal de rechter meer impact hebben op de klassieke gerechtelijke reorganisatie aangezien deze vanaf 1 september de mogelijkheid heeft om de homologatie van het reorganisatieplan te weigeren in geval het plan de belangen van de schuldeisers op onredelijke wijze aantast. Bovendien kan elke belanghebbende vragen het reorganisatieplan te weigeren indien er geen kennelijk vooruitzicht is dat het faillissement of de ontbinding kan vermeden worden.

Dit wil dus zeggen dat er met meer dan de positieve stem van de (dubbele) meerderheid van de schuldeisers rekening gehouden moet worden…